Algemene vakbegrippen
Een aanlijnvoorziening is een systeem voor valbeveiliging van personen met ten minste één anker- of bevestigingspunt. Aanlijnvoorzieningen zijn vaak permanent met het gebouw (bijv. plat dak, hellend dak, gevel etc.) of de onderconstructie (bv. machines, kraanbanen, windmolens etc.) verbonden. In combinatie met de eigen persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen kunnen gebruikers deze gebruiken als valbeveiligingssysteem. Aanlijnvoorzieningen kunnen geconstrueerd zijn als preventieve werkpositionering om een val te voorkomen, of als valstopsysteem.
Zoals beschreven in DGUV Informatie 201-056 Ontwerpbeginselen van aanlijnvoorzieningen op daken kan een aanlijnvoorziening ook gebaseerd zijn op meerdere ankerpunten. De publicatie maakt onderscheid tussen twee typen:
Volgens DIN EN 795 worden vijf types aanlijnvoorzieningen onderscheiden:
Het uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie 2015/2181 verandert echter het toepassingsgebied voor onderdelen van EN 795. Hierin wordt vastgesteld dat alleen type B en E beweeglijke ankers zijn en onder de PBM-richtlijn 89/686/EEG vallen.
Meer informatie hierover vindt u in de artikelen DIN EN 795 en algemene goedkeuring Bouwtoezicht.
Naast de technische aanlijnvoorzieningen kunnen ook aanlijnmogelijkheden worden gebruikt voor valbeveiliging. Dat zijn bijvoorbeeld stabiele buizen, staanders of balken die tijdelijk gebruikt kunnen worden voor het bevestigen van PBM tegen vallen van hoogte. Hierbij is het belangrijk vooraf de stabiliteit van de constructie waar de gebruiker zich aanlijnt te beoordelen.
Om veilig aangelijnd de gevarenzone te kunnen betreden moet de gebruiker zijn persoonlijke beschermingsmiddelen aan de aanlijnvoorziening koppelen. Hiervoor zijn een koppeling en natuurlijk een veiligheidsharnas nodig. Afhankelijk van de situatie kan er ook gebruik worden gemaakt van een meelopende valbeveiliging of valstopapparaat dat is toegelaten voor horizontaal gebruik. Voor juist aanlijnen geldt in principe dat valdempers op het lichaam horen.