DGUV - Duitse wettelijke ongevallenverzekering

DGUV Informatie 212-515

De brancheoverkoepelende DGUV Informatie 212-515 (voorheen BGI 515) heeft als titel Persoonlijke beschermingsmiddelen en biedt bedrijven en verzekerden informatie over keuze en voorziening van PBM.

Eisen aan PBM

Dit informatiedocument wijst niet alleen op het feit dat geschikte PBM aan medewerkers ter beschikking moeten worden gesteld, maar vermeldt ook aan welke criteria PBM moeten voldoen.  Beschermingsmiddelen zijn alleen geschikt als:

  • zij voldoen aan de stand der techniek;
  • zij de geïnventariseerde risico's beperken tot een zo klein mogelijk restrisico;
  • zij al naar gelang de aard van het werk ook rekening houden met ergonomische aspecten voor de gebruiker, bijvoorbeeld als het gaat om pasvorm en gewicht;
  • zij voor wat betreft bedieningsvriendelijkheid en instelbaarheid zijn afgestemd op het werkveld.

Speciaal voor het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen van hoogte wordt gewezen op DGUV Regel 112-198 (eerst BGR 198).

Gebruiksduur van Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen alleen worden gebruikt binnen de door de fabrikant aangegeven levensduur. Daarnaast moeten bepaalde beschermingsmiddelen, zoals het veiligheidsharnas of de koppelingen van de PBM tegen vallen van hoogte regelmatig worden geïnspecteerd. Bovendien wijst DGUV Informatie 212-515 op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en gebruikers om hun beschermingsmiddelen te inspecteren. Bij valbeveiliging wordt hier bijvoorbeeld de visuele inspectie voor elk gebruik genoemd, waarbij voor de veiligheid relevante schade zelf herkend kan worden.